Een rapport aangaande het postnataal luik (data 2012 of 2013) is in voorbereiding. In het rapport prenatale zorgen, was het mogelijk de opvolging van de richtlijnen steunend op het KCE-rapport ’Nationale richtlijn prenatale zorg. Een basis voor een klinisch pad voor de opvolging van zwangerschappen’ te evalueren en te vergelijken, dit op basis van het huidig rapport (data 2010) en het eerste rapport van het IMA dienaangaande (2007 - data 2005).

In het rapport bevallingen en rekening houdend met het verhoogd gezondheidsrisico voor de (toekomstige) mama en haar baby bij keizersnede zonder medische indicatie, werd het aandeel keizersneden tussen materniteiten vergeleken. Hierbij werd een poging ondernomen om de grote verschillen tussen instellingen ter zake te verklaren, dit op basis van de persoonskenmerken van de toekomstige mama’s of de organisatiestructuur van de materniteit, maar dit gaf geen afdoende resultaten.

De hypothese van de potentiële impact van de materniteit, indertijd opgeworpen in de eerste IMA-studie (2005 - data 2002) ’Toevlucht tot de keizersnede in België - algemene evolutie en discrepanties’ kan niet bekrachtigd worden. De enig overblijvende hypothese die de vastgestelde variantie zou kunnen verklaren, ligt dus blijkbaar op het niveau van de individuele gynaecoloog en zijn opleidingstraject. Binnen de IMA Atlas en na validatie van de voorgestelde indicatoren door externe validatoren, zullen indicatoren per materniteit binnenkort beschikbaar zijn, op basis van een tijdsreeks startend in 2006.

Contact:
Birgit Gielen - birgit.gielen@intermut.be
Dr Ann Ceuppens - ann.ceuppens@mloz.be